Het leuke in dit land is dat je nooit weet wat er gaat gebeuren. Elke dag zit vol kleine verrassingen. Zit je om 5 uur ’s morgens op het vliegveld, valt ineens de stroom uit en ziet niemand in de vertrekhal nog een hand voor ogen. Parkeer je je motor om ergens een foto te nemen van een mooi panorama over de terras rijstvelden in de bergen van Bali, zit er een aap doodleuk op je motor als je terugkomt.
Laatst zaten we net lekker onderuitgezakt op de poef op mijn veranda, toen ik gemorrel aan het slot beneden hoorde. Ik had een glas wijn in de ene hand en een stuk stokbrood met kaas in de andere toen de schoonmaakster haar hoofd om de hoek stak. ‘Ceremonie’, was het enige wat ze zei waarna in optocht 5 mensen mijn veranda opkwamen, elk met een mand vol offers.
Twee maal per jaar wordt elk huis gereinigd van boze geesten en vandaag was het de beurt aan mijn huis. Terwijl wij nog steeds verbaasd keken, begon de priester, gekleed in wit, zittend op een stoel met een gouden belletje te klingelen en te zingen in het Balinees. Het klonk niet heel bedreigend maar de boze demonen werden er vast bang van. Ondertussen waren de vrouwen bezig overal wierrook neer te zetten. Mijn huistempeltje links voor op de veranda (elk huis in Bali heeft minimaal 1 klein tempeltje) werd versierd met allerlei offertjes.
Wat een geluk. Gratis een privé ceremonie terwijl ik van een goed glas wijn genoot, weer een leuke verrassing die je 5 minuten daarvoor niet had kunnen bedenken.
Na een half uur was de ceremonie voorbij. De man in wit hield op met klingen en zingen en gaf ons een offermandje gevuld met lekkers. Mandarijnen, rijstekoekjes en…een heerlijke doormidden gespleten gefrituurde kip met kop, snavel en poten er nog aan. Geweldig! Heerlijk voor bij de wijn..